8 Het Madame Bovary-syndroom

In juli 2001 stond in The London Independent een artikel over jonge vrouwen die de ene na de andere lening afsloten om zo modieus mogelijk te kunnen zijn, verveling uit de weg te gaan en hun gevoel van eigenwaarde op te krikken. Deze levensstijl werd het Madame Bovary-syndroom genoemd naar de tragische heldin in Flauberts gelijknamige boek, die door haar eigen verveling en wens om een grootser leven te leiden tot roekeloze affaires en te veel geld uitgeven werd gebracht.

Was ik net zoals Flauberts gebroken heldin?

Aan het begin van 2001, hoewel ik geen schulden had, bleef een aantal van mijn koopgewoontes excentriek en onvoorspelbaar. En ik was ongelukkig. Hier kwam ook nog bij dat ik, net als Madame Bovary, een verhouding had. Niettemin vond ik me meer op Whartons verdoemde Lily Bart lijken dan op Madame Bovary. Evenals Lily Bart had ik mijn moeder verloren en had ik niet willen trouwen.

Het feit dat ik niet getrouwd was bleek de voornaamste reden waarom het niet goed met me ging. Ik had geen financiële toekomst voor mezelf veiliggesteld en ik zou niet in staat zijn om de levensstijl waar ik aan gewend was geraakt voort te zetten.

‘Je hebt het verknald’, waren mijn vaders onsterfelijke woorden toen hij erachter kwam wat ik had gedaan. Ik had niet het lef om hem te vragen of hij het stom vond dat ik niet met Thomas was getrouwd of dat ik een verhouding had. Hiernaast kwam een litanie aan steken onder water van de vriendjes en mannen van onze vriendinnen. Sommige vriendinnen steunden me in het begin, maar lieten me uiteindelijk vallen. Net als Lily Bart was ik erachter gekomen dat ik over de grenzen van de algemeen geaccepteerde sociale normen heen was gegaan.

Ik ging naar nachtclubs met mijn nieuwe vriend Nicholas, een Russische wiskundige. Hij was tien jaar jonger dan ik en dat was te zien. Hij had een eeuwigdurende ondeugende blik in zijn ogen en een kinderlijke grijns op zijn gezicht. Hij werkte bij een financiële instelling, maar hij was totaal anders dan de meeste bankiers die ik kende. Nicholas gaf niets om mode of statussymbolen en hij probeerde ook geen indruk op me te maken met dure cadeaus. Als er iets was wat hij leuk vond om aan me te geven, dan waren het boeken: boeken waarvan hij vond dat ik ze móést lezen.

Het is gemakkelijk om achteraf te zeggen dat ik om dezelfde redenen als in mijn vorige relaties iets met Nicholas begon. Er was dramatiek, impulsiviteit en een dringende behoefte. Mijn wens om te ontsnappen aan de afgestompte ‘perfecte’ wereld die ik had gecreëerd, was zo sterk dat ik naar het tegenovergestelde rende.

Dus toen mijn tienjarige relatie met Thomas op instorten stond kon je me vinden in een Romeinse danstent waar ik op en neer sprong, dansend op de muziek van een zigeunerpunkband of om drie uur ’s ochtends strompelend door de voordeur van de clandestiene kroeg Milk & Honey. Ik werd omringd in de Lower East Side-bierhallen door jonge mannen die mijn zoon hadden kunnen zijn en werd wakker in Nicks appartement met een vlekkerig gezicht en wallen onder mijn ogen.

Elke dag had ik er spijt van dat ik de relatie met Thomas had verbroken. Thomas was altijd aardig, liefdevol en vrijgevig geweest. Maar wat ik wel inzag was dat Thomas steeds meer vervuld raakte van zijn levensstijl, het shoppen en de dingen waarmee we onszelf omringden, en ik niet. Vreemd genoeg hield ik net zo van shoppen als dat ik er een hekel aan begon te krijgen. Thomas winkelde niet om een leegte in hemzelf te vullen. Ik wel.

Ik besefte dat ik Thomas waarschijnlijk beter niet had kunnen verlaten. Maar ergens diep vanbinnen had ik het gevoel dat het de verkeerde stap was in de juiste richting.

De enige vraag die ik in gedachten had was: wat ga ik nu doen?

Ik ging naar Parijs.

==

Tegen het einde van februari 2001 had ik mijn toevlucht gezocht in een kleine gemeubileerde studio in rue St.-Martin met mijn laptop en een koffer vol winterkleding. Het appartement was een koopje voor achthonderd dollar per maand, en vanuit Parijs kon ik het meeste van mijn werk voor de tijdschriften blijven doen. Ik had mijn relatie met Nick verbroken en sprak elke dag met Thomas. De kans was groot dat hij voor het paasweekend naar Parijs zou komen. Ik hield mezelf bezig met een uitgebreid essay over modefotografie en af en toe sprak ik af met de weinige vrienden die ik in Parijs had.

En wat ik natuurlijk nog meer wilde gaan doen was shoppen. Ik wilde gaan winkelen, omdat de lente eraan kwam, omdat ik iets nieuws wilde kunnen dragen als Thomas er was, omdat ik hoop koesterde over mijn nieuwe leven en mijn nieuwe ik, die binnen bereik leken nadat ik zoveel moeite had gedaan om ze aan de oppervlakte te brengen. Misschien dat Thomas me nu zou begrijpen, misschien dat ik eindelijk wilde trouwen en een gezin stichten, misschien zou de lichtblauwe katoenen jurk die aan het rek hing de rest van mijn leven veranderen. Ik besloot te gaan shoppen omdat ik eenzaam was, verdrietig en nog steeds gevuld met meer onzekerheid dan ooit.

==

Een week voor Pasen belde Thomas me, zoals gewoonlijk, precies om drie uur ’s middags Parijse tijd op, negen uur ’s ochtends in New York. Meteen bespeurde ik afstand in zijn stem, een spanning die er niet eerder was geweest. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ik.

Hij aarzelde en tijdens die stilte wist ik dat ik het goed gehoord had.

‘Ik heb iemand anders leren kennen,’ zei hij.

Hij wilde me er niet veel over vertellen. Hij zei alleen dat hij haar had ontmoet tijdens een etentje bij Carol, een van mijn vriendinnen. Hij dacht dat het weleens serieus kon worden. ‘Ik denk dat ik toch maar niet naar Parijs kom. Ik ben uitgenodigd in St. Barts voor Pasen,’ liet hij me weten.

‘Dus je hebt je besluit genomen?’ vroeg ik.

‘Dat denk ik wel,’ zei hij.

De grond zakte onder mijn voeten vandaan, maar ik wist dat dit een eerlijke vergelding was voor het overhoophalen van Thomas’ wereld. Ik had onze relatie meer dan eens verbroken en kon hem noch mezelf de reden ervoor uitleggen. Ik had me teruggetrokken in Parijs en hem gevraagd om af te wachten terwijl ik probeerde dingen uit te zoeken. Verstandelijk gezien begreep ik wat er was gebeurd en waarom. Maar emotioneel was ik een wrak en ik trok me terug in bed en kwam er drie dagen lang niet uit.

==

Uiteindelijk stond ik weer op en hervatte mijn leven in Parijs. Ik maakte me langzaam, zorgvuldig los uit mijn cocon. De eerste dag lukte het me om wat eten te kopen en rechtop te zitten voor een paar uur. Vervolgens ging ik weer eens naar een café of de boekwinkel in het Centre Pompidou. Uiteindelijk begon ik te werken aan een essay over modefotografie waarvan de deadline snel naderde. Tot slot vond ik dat ik mijn uiterlijk moest verbeteren. Als me dat lukte, dan had ik de slag al half gewonnen. Ik ging los en kocht bijna dagelijks gezichtscrèmes, oogserums, shampoos, rouge en verder alles wat beloofde me te scrubben, me van een nieuw laagje te voorzien, te verjongen, te vernieuwen of te polijsten zodat ik een betere versie van mezelf zou worden. Dit was niet compleet nieuw of ongebruikelijk voor me. In mijn appartement in New York waren er drie inbouwkasten en een complete badkamerkast die uitpuilden van de wondermiddelen en toverdrankjes die ik in de loop der jaren had vergaard. Dit was ook een onderdeel geweest van mijn koopzuchtige levensstijl, maar ik had het nooit als zodanig beschouwd. Het scheen volstrekt normaal te zijn om deze spullen te kopen, die qua prijs varieerden van een paar tot enkele honderden dollars, zonder er nauwelijks bij stil te staan.

Maar op een dag, een paar maanden na de Parijse verbetering van mijzelf, sneed ik me lelijk in mijn voet met een goedkoop eeltmes, dat ongeveer het equivalent was van een scheermesje met een handvat eraan. Toen ik het bloeden niet kon stelpen, belde ik een vriend voor advies. ‘Je gaat dit niet leuk vinden,’ zei hij, want hij kende me goed genoeg om zo’n uitspraak te doen. ‘Maar het beste wat je kunt doen is zout in de wond strooien. Dat stopt het bloeden.’ Ik vroeg hem of het pijn zou doen. Hij lachte en antwoordde: ‘Natuurlijk gaat het pijn doen.’

Ik hing op en zat op de rand van het bad met het zoutvaatje in de ene hand en mijn bloedende voet in de andere. Ik strooide het zout erop. Het deed pijn. Ik moest huilen, maar het bloed stolde op wonderbaarlijke wijze tussen de kleine bergjes witte kristallen.

==

Weer in New York hoorde ik dat Thomas zijn nieuwe relatie voortzette. In een van onze telefoongesprekken vertelde hij me dat hij meer tijd doorbracht in haar loft in Soho en steeds minder in ons oude appartement aan 56th Street. Maar in hetzelfde gesprek vertelde hij me ook dat hij nog steeds de hoop koesterde dat we weer bij elkaar konden komen en hij sprak over hoe dat dan misschien zou zijn. Het was verwarrend en ik voelde me gemanipuleerd, maar ik was niet in staat om verzet te bieden.

We spraken over voormalige vrienden en hij voerde me kruimels roddel. Hij vertelde dingen over het huis aan het strand: een specht had een nest gemaakt in de schoorsteen; de paradijsvogel in de hal was eindelijk dood. Dat huis bevatte nog steeds zoveel dingen die van mij waren. Hoe ging het ermee? Hoe ging het met mijn spullen? Dat wilde ik vragen. Het was moeilijk voor te stellen dat hij daar met iemand anders was. Zijn nieuwe vriendin was daar nu bijna elk weekend. Het was moeilijk voor te stellen dat een andere vrouw in het Royalton-bed sliep dat we speciaal op maat hadden laten maken, dat een andere vrouw de vaatwasser inruimde, op het terras zat of in het zwembad zwom.

Op de een of andere manier, in de paar maanden tussen mijn affaire en mijn verhuizing naar Parijs, was ik kwijtgeraakt waarom ik deze stap had genomen, wat de bedoeling ervan was geweest. Ik wist dat deze had bestaan en was er zeker van dat het substantieel genoeg was om mijn verkeerde stap in de juiste richting te rechtvaardigen. Maar aan het begin van de zomer had ik geen duidelijke richting. Ik was gewoon verward. Ik leefde uit een koffer in een klein appartement in Parijs en bleef hoop koesteren over een relatie waarvan ik niet eens zeker wist of ik die wel echt wilde. Ik maakte me zorgen over mijn financiën, hoeveel geld ik nodig had om van te leven. Zou ik in het kleine appartement in Parijs moeten blijven wonen? Zou ik in staat zijn terug te gaan naar New York?

==

Uiteindelijk ging ik begin september terug naar New York. Ik was van plan een week te blijven. Ik had bijna een halfjaar in Parijs gewoond en geprobeerd om in contact te komen met ‘mezelf’, wat ik meer dan tien jaar had ontweken. De reis naar Parijs had me moeten helpen bij die onderneming. Ik hoopte dat ik eindelijk belangrijke vragen zou kunnen beantwoorden als: waar hoorde ik thuis? Kon ik het me veroorloven om terug te gaan naar New York? Was de relatie met Thomas eindelijk, definitief over? En waar paste Nicholas in dit plaatje? We hadden niet langer een relatie, maar hij zou me bij aankomst op het vliegveld op komen halen.

Terwijl we over East Side reden in zijn cabriolet, voelde ik me zorgeloos en vrij. Nicholas zei dat hij kaartjes voor de volgende avond had voor een concert van Jamiroquai in Hammerstein Ballroom en hij vroeg of ik mee wilde gaan. Ik zei ja. Op dat moment had ik er alle vertrouwen in dat alles op z’n plek zou vallen.

==

Op de tweede avond na mijn aankomst in New York, ging ik helemaal nergens heen. Ik had last van een jetlag en viel om tien uur ’s avonds al in slaap. Natuurlijk werd ik rond vier uur in de ochtend hyper wakker. Ik herinner me dat ik gedesoriënteerd was, me niet realiseerde dat ik niet langer in Parijs was. In de slaapkamer daar was het altijd erg donker geweest. Het duurde even voordat ik wist waar ik was. Ik lag daar terwijl mijn ogen zich aanpasten aan de duisternis, ik keek recht tegen de kastenwand van Thomas aan waarin zijn kleding zat. Plotseling kreeg ik dringend de behoefte om zijn kast open te maken. Waarom wist ik niet. Maar het verlangen was sterk genoeg om uit bed te komen, het licht aan te doen en de deuren open te trekken om vervolgens te ontdekken dat de kasten helemaal leeg waren.

Ik stond daar voor een groot gapend gat in de kledingkast. Niets van hem was daar achtergebleven. Zelfs geen hangertje.

Ik moet hebben geloofd dat zolang zijn kleding in de kast bleef hangen, er dan nog steeds een deel van hem hier was. Voor mij was Thomas nog in mijn leven aanwezig geweest omdat zijn kleding nog steeds in de kast hing. Door in de peilloze diepte van de lege kast te kijken kreeg ik een hol gevoel vanbinnen. Ik ging meteen naar zijn badkamer en zwaaide een van de deuren van de medicijnkastjes open, en toen een ander en nog een. Ook deze waren leeg op een potje gezichtscrème na dat ik nooit eerder had gezien. Door al zijn spullen uit wat eens ons appartement was geweest te halen werd het me duidelijk dat het definitief over was.

==

Op 11 september 2001 stortten de Twin Towers in. Mijn plan om terug te keren naar Parijs werd uitgesteld.

In de dagen erna sprak zowel burgemeester Guiliani als president Bush de mensen toe over de ramp en beiden legden de heilzame werking van shoppen ten tijde van een crisis uit. Winkelen was vaderlandslievend, voerden ze aan. Het was goed voor de economie. Door die activiteit zouden de mensen weer het normale leven terugkrijgen. Was dat niet wat ik bijna heel mijn leven had gedaan? Was dat niet precies wat ik had gedaan om weer normaal te worden na mijn moeders overlijden?

Toch kwam het op me over als een vreemd advies op een ogenblik van ongekende vernietiging. Ga winkelen! Is dat waar we als land toe verworden zijn?

Kopen is meer Amerikaans dan nadenken.

Dit was de enige keer dat ik geen behoefte voelde om te gaan shoppen.

Aanvankelijk was ik zelfs niet bang. Ik weet wel dat ik me als verdoofd voelde. In feite voelde ik pas weer wat toen enkele weken later de antraxaanvallen begonnen, omdat dat de eerste keer was dat ik me realiseerde dat ik alleen was. Thomas had zich met zijn vriendin teruggetrokken op Long Island. Nick belde me af en toe, maar we zagen elkaar amper. Ik had me dagenlang opgesloten in mijn appartement om naar cnn en nyi te kijken, terwijl ik zat te bedenken of het veilig of praktisch voor me was om terug te gaan naar Parijs. Ik had ook een griepje opgelopen.

Toen ik het na drie dagen eindelijk aandurfde om eropuit te gaan, ging ik naar Bergdorf Goodman om mijn haar te laten knippen en verven. Dit was het enige waar ik onder deze omstandigheden de moed of de energie voor op kon brengen.

Het was een winderige, zonnige dag, zoals zo vaak in die periode. Alle dagen schenen een herhaling van zichzelf, zonnige dagen met een strakblauwe hemel werden nu ontsierd door het gevoel dat er opeens iets vreselijks kon gebeuren.

Terwijl ik over 57th Street liep, zag ik Nick naar me toe komen sjokken met een sigaret in zijn hand en een onnozele grijns die op zijn gezicht verscheen toen hij me eenmaal had gezien. We hielden voor elkaar stil en hij gaf me een vluchtig kusje op de mond. Hij vertelde dat hij op weg was om een mobieltje te kopen. De avond ervoor was hij in een of andere bar zijn telefoon kwijtgeraakt. Tussen de halen aan zijn sigaret door, keek hij me kritisch aan en hield zijn hoofd een kant op zoals hij vaak deed als hij een situatie onderzocht.

‘Er is iets mis met je,’ zei hij, terwijl hij rook uitblies.

‘Hoe bedoel je?’ mompelde ik.

‘Je ziet er gewoon niet goed uit. Ik weet niet. Je ziet er gewoon... je ziet er gewoon uit alsof er iets mis met je is.’

‘Ik heb drie dagen lang niet gegeten, misschien is dat het.’

‘Maar goed,’ zei hij, en hij bewoog zijn voeten zoals hij altijd deed als hij ongeduldig was of zich in het nauw gedreven voelde.

‘Maar goed, wat? Wat wil je daarmee zeggen?’

‘Tja, nou ja... na alles wat er is gebeurd...’ Zijn stem stierf weg.

‘Alles wat er is gebeurd?’

‘Nou ja, gewoon... Ik kan op dit moment alleen maar voor mezelf zorgen,’ zei hij.

‘Wil je het uitmaken?’ vroeg ik, maar het was een belachelijke vraag, en ik grinnikte bijna toen ik het zei. Gezien het verloop van onze relatie – aan, uit, mijn verhuizing naar Parijs – was er niet echt sprake van een relatie om te verbreken. Toch deed zijn behoefte aan bevestiging dat hij niet langer mijn vriend was, niet voor me kon zorgen, mij beseffen dat ik weer op mezelf was teruggeworpen.

Nick hield vol dat hij haast had en dat hij me zou bellen, terwijl hij de peuk in de goot gooide. Hij slenterde verder en ik stond daar maar op straat tussen het drukke verkeer op die warme, winderige middag.

==

Terwijl een hoop mensen plannen maakten om New York te verlaten en nooit meer terug te keren, vond ik dat ik moest blijven. Zelfs al had ik voor het appartement in Parijs de huur tot oktober betaald. Ik vroeg aan een vriend in Parijs, die de reservesleutels had, om een paar bezittingen die ik had achtergelaten bij elkaar te zoeken en ze voor me te bewaren tot ik terugkwam. Ik zou de rest van mijn maand huur kwijt zijn en was er zeker van dat de eigenaar het, gezien de omstandigheden, zou begrijpen. Ik ging nooit meer terug naar dat appartement. Ik moest in New York zijn. Ik wilde niet terug naar een plek die geen enkele belofte voor me inhield. Hoezeer ik er ook van genoot om in Parijs te zijn, er was daar geen toekomst voor me. Ik had daar de hele tijd aan New York gedacht.

De waarheid was dat ik een labiel wrak was. Ik was als een stuurloze boot die ronddobberde op de golven en die wanhopig behoefte had aan een veilige haven.

Ik ging nooit meer terug naar het huis in de Hamptons. Ik ging nooit meer terug naar het appartement in Parijs. Ik keek in de kast en ontdekte dat alle kleren weg waren. Dat bezorgde me een naar gevoel, alsof ik flauw ging vallen. Er was een vacuüm gecreeerd. Alle lucht was uit me geslagen. Ik keek in het medicijnkastje dat ook leeg was op een pot gezichtscrème na die ik nooit eerder had gezien. Het was een pot Sisley Global Cream. Ik ging de volgende morgen naar Saks en liep op de Sisley-toonbank af.

‘Verkopen jullie Global Cream?’ vroeg ik aan de vrouw die achter een uitstalling van potjes en tubes in verschillende soorten en maten stond. Ze plaatste de toppen van haar perfect gemanicuurde vingers om een klein cilindrisch geslepen glazen potje. Ik herkende het meteen als hetzelfde potje dat op mysterieuze wijze in het kastje was verschenen.

‘Hoeveel kost het?’ vroeg ik.

‘Tweehonderdtachtig dollar,’ antwoordde ze.

En zo verliet ik Saks Fifth Avenue die dag met een potje Sisley Global-gezichtscrème die meer kostte dan een jaarabonnement kabeltelevisie van Time Warner, meer dan het bedrag van een halfjaar aan boodschappen, ruim genomen een kwart van het bedrag van een nieuwe laptop wat het enige zou zijn geweest waar ik van had kunnen profiteren. Ik moest me concentreren op mijn werk en mijn financiële toestand en uitvogelen waarvan ik kon leven. Er veranderden constant dingen, bijna dagelijks, de wereld scheen op zijn kop te zijn gezet, ik had geen man meer als back-up en New York zat in een verstikkende greep van angst en onzekerheid. Dus wat had ik op zo’n moment in vredesnaam aan een pot Sisley Global-gezichtscrème?